Als eerste, en meest voor de hand liggende, is het natuurlijk belangrijk dat je het vak scheikunde leuk vind en goed beheerst. Ook moet je goed met jongeren van 12 tot 20 jaar om kunnen gaan want je staat natuurlijk voor de klas, duidelijk iets kunnen uitleggen en  het leuk vinden om andere iets te leren. Je moet als docent zijnde is het belangrijk dat je anderen enthousiast maken over het vak wat je geeft, in dit geval scheikunde. 

Over het algemeen werk je met jongeren vanaf 12 jaar en die weten niet wat het vak scheikunde inhoud, dus is het belangrijk dat je hen informatie geeft over welke beroepen er allemaal zijn die met scheikunde te maken hebben. En omdat je met jongeren werkt ben je verantwoordelijk voor wat er allemaal in het lokaal, tijdens jou lesuur gebeurd, dus als docent moet je goed je verantwoording kunnen dragen.  

Het is ook handig als je goed kunt plannen, en je ongeveer aan die planning te houden. Want je leerlingen moeten na zo veel lessen hun toets maken dus moet jij zorgen dat je binnen die paar lessen of weken alles hebt uitgelegd over wat er in dat hoofdstuk voorkomt. 

Nog een eigenschap die een goede scheikunde docent heeft is intellectueel, dat houd in dat je dingen altijd grondig bestudeerd, dat je wilt blijven leren en open staat voor nieuw dingen, en altijd specialistisch te werk gaat. 

Je moet natuurlijk een beetje controle kunnen houden als docent, en zeker bij scheikundige vakken, want je werkt natuurlijk vaak met chemische stoffen in een lokaal. En als het dan heel druk is of er wilt niemand luisteren naar de uitleg kan het goed fout gaan.